Frisse lucht!
Door: Susanne
Blijf op de hoogte en volg Susanne
17 Maart 2015 | Nederland, Delft
Hoe veel het hart ook verlangt naar dat verre land, het praktische feit van een visum dat verloopt zet je toch met beide voeten weer op de (vaderlandse) aarde. Maar het is toch wel even fijn om terug te zijn! Met name de frisse lucht! Ik kan er niet genoeg van krijgen, iedere keer dat ik naar buiten loop snuif ik mijn neus vol met koude lentelucht, die hier niet is gevuld met de melange van kruiden en brandend vuilnis. En natuurlijk heb ik iedereen hier gemist! Maar tussen al het “even bijpraten” (en mijn werk, dat gewoon doorgaat in Amsterdam) door, vond ik dat ik toch even een update achter moest laten van mijn laatste maand in India, want dat is het delen waard.
Lees: de weekenden zijn het delen waard, want doordeweeks ging mijn kantoorwerk gewoon door. Maar ondanks dat de Zondag de enige dag in de week is dat ik uit kan slapen, heb ik één van deze Heilige dagen toch opgeofferd om de zon op te zien komen in Thol, het “bird sanctuary” net buiten de stad. Met een vriendin met auto zochten we om 5 uur ’s ochtends onze weg op de plattelandsweggetjes om op tijd het meer te bereiken waar het beeld van een opkomende zon boven het water met een lucht gevuld met allerhande soorten vogels je sprakeloos laat. En de stilte, alleen onderbroken door het geluid van vogels is iets dat je in India nog veel meer koestert dan op andere plekken in de wereld. Dingen als deze maken dat je de drukte van de stad weer aankunt.
Een groot contrast met deze vredige scene was een afscheidsfeestje van een Engelse vriend waar ik het weekend daarna voor was uitgenodigd. We stonden echter amper met z’n allen op het dakterras toen ik dacht “Die man met die snor daar is toch wel een beetje oud voor dit gezelschap”. Enkele seconden later merkte ik ook nog op dat deze man gehuld was in uniform: ons feestje werd onderbroken door de politie! In droogstaat Gujarat geen alcohol zonder “license”, en van de 30 aanwezigen waren er maar 2 of 3 in bezit van het beruchte papiertje. Terwijl de twee onderhandelaars die wij uit ons midden hadden gekozen met de politie de hoogte van de boete (lees: omkoping) bepaalden om de geluidsoverlast af te kopen, hoopten de overige 28 van ons op het terras dat de paar licenses genoeg waren en (en dit baarde ons nog veel meer zorgen!) dat de agenten het illegale rundsvlees dat stond te sudderen op het fornuis in de keuken niet opmerkten. Alles kwam gelukkig goed en voor 3 euro per persoon kon de avond doorgaan (exclusief de alcohol die door de agenten werd meegenomen, inclusief de flessen die we hadden weten te verstoppen). Aan het einde van de avond vertrok onze vriend echter al voor de nachttrein en vond ook de rest van ons zijn weg naar huis.
Maar dan de klapper van mijn laatste dagen in India: het was Holi! Inmiddels zijn we er in Nederland ook al mee bekend door de vele “colour runs” die worden georganiseerd, maar voor de echte ervaring moet je toch in India zijn. En niet in Ahmedabad, daar ben ik wel achter gekomen. Dacht ik in 2012 Holi mee te hebben gemaakt daar, dat viel in het niets met wat ik dit jaar heb ervaren. Voor de gelegenheid was ik samen met een paar vrienden de stad ontsnapt naar buurstaat Rajasthan waar het feest nog grootser wordt gevierd dan Kerstmis bij ons. Mijn twee-weken-later-nog-steeds-roze-haar getuigt nog van deze onvergetelijke ervaring…
Het feest van Holi begint eigenlijk de avond van tevoren, waarbij er overal in de stad (vaak midden op straat), vuren worden gestookt. De gelovige Hindu’s (en Susanne) cirkelen om het vuur en gooien water en een soort popcorn, kokosnoten en rauwe mango’s in het vuur. De precieze betekenis van het voedsel is me ontschoten, maar het vuur staat voor de verbranding van het kwaad, zodat het goede kan zegevieren. En dat gebeurt de volgende dag: met alle kleuren van de regenboog!
Direct na het kampvuur had ik me naar het station gehaast voor de nachttrein naar Jodhpur waar we (geteisterd door een oneindige mantra van de thee verkoper die de hele nacht doorging: Chaaaai… Chaaaai… fresh Chaaaiiii) de volgende ochtend aankwamen. Vanuit de trein en de riksja van het station naar het hotel waren we al getuige van het publiek op straat dat allemaal een duik in een verfpot scheen te hebben genomen, maar nadat we ons gehuld hadden in onze oudste kleren en ons bij de menigte voegden, waren we binnen een paar minuten ook onherkenbaar. Ik iets meer dan mijn twee Indiase vrienden, want het witte meisje met kleuren insmeren is toch wel leuker dan je mede-landgenoten. Aan het eind van de middag droeg ik dan ook het dubbele gewicht aan gekleurd poeder op mijn huid en haar dan mijn twee vrienden, maar ach, ik had nog een paar gemiste jaren in te halen denk ik.
Ik zal hier een beeld proberen te schetsen van Holi (of Duleti, zoals het kleurenfeest eigenlijk heet) zoals het zich in de straten van Jodhpur afspeelt: een ware kleurenoorlog.
Stel je een oude Indiase stad voor, met smalle straatjes en – voor de gelegenheid – allemaal gesloten winkeltjes, maar net zo veel mensen op straat, allen gewapend met ofwel gekleurd poeder, danwel waterpistolen gevuld met gekleurd water. Zodra twee groepen elkaar tegenkomen is het een secondelang een scene uit een Western waar de vijanden elkaar opmerken, elkaar inschatten en vervolgens naar hun munitie grijpen. Dan rennen de groepen op elkaar in en wordt het poeder op het lichaam van de wederpartij geworpen en gesmeerd (wangen zijn favoriet).
Los van het “voetvolk” is er ook de strijdmacht op het gemotoriseerde paard (lees: scooter en motor) dat de straten onveilig maakt door nietsvermoedende (ofja, toch wel voorbereide) voetgangers in te sluiten met hun voertuigen en vervolgens met kleur aan te vallen waarna ze weer druk toeterend, schreeuwend en slaand op een enorme trom verder rijden. Tot slot zijn er nog de hinderlagen van water, bestaand uit grote tonnen op de hoek van de straat of zelfs door bewoners geïnstalleerde sproeiers die geen voorbijganger droog voorbij laten gaan.
Aan het einde van de middag, op weg terug naar het hotel werd er van het dak van een van de huizen naar ons geroepen: “Kom naar boven, speel Holi met ons!”. Ondanks de vermoeidheid besloten we toch even mee naar boven te gaan. Hier was een dakterras gevuld met een complete familie, jong en oud, dansend op de populairste Bollywood muziek op de in rood water gedrenkte vloer. Net toen ik me (onder enorme groepsdruk) toch maar eens waagde aan de Bollywood danspasjes, werd ik van achteren belaagd en kreeg minstens 5 liter gekleurd water over me heen. Dit was de intro van een heus watergevecht, afgewisseld door nog meer gekleurd poeder, wat resulteerde in een pasta op mijn armen en haar, zo dik dat het leek op een olifantenhuid. Ik kan me herinneren dat ik drie jaar geleden na Holi schreef dat ik nog nooit zo vies was geweest… hierbij zeg ik het opnieuw.
De uitdaging volgde korte tijd later, toen ik me in een donkere badkamer (elektriciteit was uitgevallen, welcome to india) van al het kleurgeweld probeerde te ontdoen. Los van het feit dat ik amper zag wat ik aan het doen was, probeerde ik toch maar zo goed en zo kwaad als het kon alles van me af te schrobben. De opmerking die volgde toen ik uit de badkamer kwam (“Weet je zeker dat je klaar bent met wassen?”) bevestigde echter dat mijn pogingen niet compleet geslaagd waren. Gelukkig ontmoetten we die avond een alleen rondreizende Duitser die zich de rest van het weekend bij ons heeft gevoegd, en hij was net zo paars als ik roze was :)
De volgende dag was het plan de stad flink te verkennen: Jodhpur, “de blauwe stad”, maar die – zoals je je kunt voorstellen – na Holi niet meer zo blauw was.
De planning liep echter iets uit vanwege de lunch van “amazing sandwiches” die zo vers waren dat de ingrediënten nog gekocht moesten worden en we bijna een uur zaten te wachten (maar ze smaakten net zo amazing als beloofd).
Deze dag bezochten we het paleis van de koning van Jodhpur, gebouwd in een art-deco-Indiase stijl die de architect in mij maar de niet-architect in mijn medereizigers in meerdere en mindere mate enthousiasmeerde. De middag werd gevuld met slenteren door de winkelstraatjes waar we onder andere joegen op sjaals, leren schoenen, parfum (ik heb een verslaving voor musk ontwikkeld, heb de hele middag als een junk aan het “testje” parfum op mijn hand lopen snuiven) en traditionele Indiase zoetigheden (een andere, minder-goed-voor-mijn-figuur verslaving. Maar goed dat ze ze zo lekker in Ahmedabad niet hebben, of in ieder geval dat ik niet weet waar ze te vinden). We vonden ook nog een tweedehands kunstgebittenverkoper, maar die hebben we toch met zijn koopwaar laten zitten.
In de avond dachten we “laten we eens decadent doen”, en gingen we voor een drankje in één van de meest luxe hotels van de stad. Mijn twee vrienden die in de hotelbusiness werken kwamen aan hun trekken en ik ook: het hotel was een architectonisch hoogstandje. De prachtige setting in een omsloten tuin met een geweldig uitzicht op het in de avond verlichte fort dat boven de stad uittorent deed ons de exorbitant hoge rekening accepteren.
De volgende dag gingen we het in de avond zo mooi verlichte fort bezoeken. Een enorm massief en impressief bouwwerk dat praktisch onneembaar was (de voettocht-helling ernaartoe was overigens ook een uitdaging). De Duitser en ik waren vanwege ons paspoort verplicht het buitenlanders-ticket te kopen (wat 3 keer zo duur is als een autochtonen-ticket, maar wel een “gratis” (ahum) audioguide erbij heeft zitten) en gelukkig waren de verkopers zo aardig om ons vier hoofdtelefoons te geven dus al aan elkaar verbonden door informatiestromen verkenden we het fort. Enorm interessant, van geschiedenis tot architectuur, van het hofleven en oorlogsverhalen tot schilderkunst: het fort heeft ons meer dan 3 uur zoet gehouden. Omdat we onze lunchtijd vertoefd hadden in het fort kwamen we met een enorme honger naar buiten en hebben deze gestild in een 50 jaar oud restaurant (met even oude inrichting) dat de heerlijkste (aldoch, voor de westerling redelijk pittige) gerechten serveerde. Het toetje bij de “best-in-town” Lassi-wallah (zoet yoghurt drankje) was de perfecte afsluiting van het weekend en de ideale basis voor de terugreis.
De week die volgde was mijn laatste week en of het nu door de stress kwam of het slaapgebrek van de treinreis uit Jodhpur of van last-minute allerlei inkopen doen of door iets dat ik verkeerd had gegeten (of door de heersende varkensgriep!) ik was niet op mijn best. Gelukkig heb ik alles nog bij elkaar weten te rapen en in mijn tas gekregen en was ik klaar voor de reis naar ons koude landje.
En daar ben ik dan, terug in de frisse lucht, gezellig met mijn huisgenootje in ons huisje in Delft, waar het “normale” leven weer zijn gangetje heeft gevonden. En daar horen ook de minder leuke dingen bij, zoals het putje van de badkamer leeghalen omdat het water niet goed wegloopt… Zojuist hebben we ons eraan gewaagd en ondanks de lucht hebben we het overleefd. Ik vertelde mijn huisgenootje dat ik mijn blog aan het schrijven was (inclusief de titel), waarop ze antwoordde: “Dan moet je dit er toch zeker wel inzetten!”. Ja, nog even een paar weken genieten van de “Frisse Lucht” hier, en dan (als het visumbureau me nog steeds goedgezind is) terug naar India!
-
19 Maart 2015 - 14:40
Monique:
:-) -
22 Maart 2015 - 14:09
Poateke:
Hoi Susanne.
Het waren weer spannende belevenissen. Nu nog even in Nederland acclimatiseren en dan hopelijk weer terug naar het land van je dromen.
Lieve groetjes van ons. Houdoe!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley