Desert Escape! - Reisverslag uit Ahmedabad, India van Susanne de Zwart - WaarBenJij.nu Desert Escape! - Reisverslag uit Ahmedabad, India van Susanne de Zwart - WaarBenJij.nu

Desert Escape!

Door: Susanne

Blijf op de hoogte en volg Susanne

04 Februari 2015 | India, Ahmedabad

Ik kreeg weer kriebels. Dat krijg ik altijd als ik te lang op dezelfde plek zit. En al helemaal als ik ook nog eens in hetzelfde gebouw woon als waar ik werk: ik moest de stad uit! En als je dan gaat, dan ook meteen goed: ik heb voor 3 dagen de drukte van Ahmedabad omgeruild voor een fort en een woestijn: Jaisalmer!

Echter, hoe groot mijn behoefte ook was om de stad te ontvluchten, ten minste een paar van de miljoenen Hindoestaanse goden waren me toch niet goed gezind.
Het begon met het boeken van de tickets. Een sleeperbus (als in: een bus met bedden) was het plan, zodat we vrijdagavond op konden stappen en zaterdagmorgen op bestemming aan konden komen. Helaas hadden ik en mijn vier reisgenootjes er geen rekening mee gehouden dat, vanwege het lange weekend van “Independence Day”, de bussen wel eens volgeboekt zouden kunnen zijn, wat helaas het geval was… Oké, dan maar geen bed, maar een zitplaats (11 uur zitten en slapen, geen leuk vooruitzicht, maarja, je wilt wat).
Na de stoeltjes aangeklikt te hebben op de website en onze namen ingevuld te hebben, verder naar de betaling. Wederom helaas… het laptopscherm liet ons weten dat het reisbureau “vandaag geen buitenlandse creditcards accepteert”. Gelukkig was één van ons vijf wel een Indiër, weliswaar zonder creditcard, maar wel met een vriend die een kaart had. Kortom, met veel via-via’s hadden we dan toch tickets geboekt!
Stap twee was om de juiste bus te vinden op vrijdagavond. Dit op een plek in de stad waar alle reisbureautjes bij elkaar zitten en waar ’s avonds zo’n vijftig bussen dubbel en dwars geparkeerd staan. Ik kreeg een belletje van mijn reisgenootjes 15 minuten voor vertrek: “we zitten bij de omelettenbakker net langs het reisbureau van onze maatschappij”. Ik: “iets specifieker, oost of west van de grote rotonde?” Hij: “ehm… oost”. Je raadt het al… de windroos van mijn beller was om onverklaarbare reden 180 graden gedraaid en ik kon hen niet vinden… nog 10 minuten voor de bus vertrekt… ondertussen had ik het bureautje van onze maatschappij gevonden (helemaal trots op mezelf: ik kan tegenwoordig Hindi lezen en kon het uithangbord ontcijferen!)… maar geen bekende gezichten… nog 5 minuten voor de bus vertrekt… nog maar een keer bellen (dit keer andere reisgenoot)… Ik: “ik sta bij het bureau van de maatschappij, oost van de rotonde, maar zie noch jullie noch onze bus”… Hij: “het bureau heeft twee locaties en jij staat bij de verkeerde… overigens moet je aan de westkant van de rotonde zijn”… nog 2 minuten voor de bus vertrekt… het verkeer trotseren… nog 1 minuut voor de bus vertrekt… JA! Goede bus en bekende gezichten! Maar goed ook, want voor de verandering vertrok de bus ook echt op tijd!
Op zich een wonder, want het aantal passagiers was bovengemiddeld. Blijkbaar kon je ook een ticket kopen voor een plekje in het gangpad, wat resulteerde dat de bus veranderde in een rijdend mensenpakhuis en ik de halve rit het hoofd van een 10 jarig jongetje op mijn schoot heb gehad. Toen de persoon achter mij, op het moment dat ik mijn stoel in de ligstand zette, commentaar had dat ie “geen plek had” was ik daarom behoorlijk “not amused” en heb ‘m als een lekker directe Nederlander even uitgelegd dat het toch een SLAAPbus was. Daarna heb ik hem niet meer horen klagen.

Met een van de slechtst geslapen nachten ooit achter ons kwamen we ’s morgens aan op de plek van bestemming. Na het toilet van het restaurant waar we ontbeten hadden als badkamer gebruikt te hebben, waren we weer zo fris als mogelijk is na een nacht in de bus en klaar voor avontuur. Wat te doen als je omgeven bent door woestijn? Die woestijn in natuurlijk! Na eerst maar even bustickets voor de reis terug verzekerd te hebben, werden we in een jeep geladen en vertrokken we. De speakers op volume 100, Bollywood uit de boxen, in de vijfde versnelling over weggetjes nog smaller dan het gemiddelde voordeurpaadje, hier en daar een tegenligger of kameel ontwijkend en gassen maar! “Mister Singh” was onze chauffeur alias gids en liet ons de ruïnes van een oude stad en een meer zien, maar dat vonden we allemaal niet zo boeiend. Waar we eigenlijk voor gingen (ofja, waar mijn reisgenootjes voor gingen) was de kamelentrip! Na mijn ervaring met de dieren afgelopen zomer in Marokko was ik niet zo dolenthousiast, maarja, “when in the desert…”. Na 10 minuten hobbelen begonnen mijn spieren alweer te protesteren en ik was te schijterig om, zoals anderen in de groep zijwaarts (of achterstevoren, “Waarom niet?”) te gaan zitten: die beesten zijn hoog! Na een uur bestemming bereikt: de zandduinen van de Thar woestijn. Hier waren we getuige van met zekerheid één van de mooiste zonsondergangen die ik ooit heb meegemaakt: een landschap zó perfect, de wind die met haar vingers al die duizenden lijntjes in het zand heeft getekend en dat alles in de gouden gloed van de ondergaande zon.
Je vraagt je misschien af: niet te laat om nog terug naar huis te hobbelen? Dat was het inderdaad, maar met voorbedachten rade hoor: we hebben (met extra dikke dekens) in de woestijn geslapen, recht onder de sterrenhemel. Het kampvuur, het diner en de zangkunsten van onszelf en onze gidsen (laatsten waren echt knettergek), en ja, misschien ook het bier, maakten dat we na een geweldig gezellige avond ons plekje onder de sterren opzochten en vrijwel direct vertrokken waren. Nog even maakte ik me een klein beetje zorgen over de spookverhalen over wilde woestijnkatten die mijn reisgenootje me aan probeerde te praten, maar ook dat weerhield me er niet van lekker weg te dommelen. Al onze wenkbrauwen resen de volgende ochtend echter tot grote hoogte toen we de pootafdrukken zagen van iets wat zonder twijfel een kat was op nog geen 10 centimeter van onze matrassen…

Na een snel ontbijt hobbelden 3 heren en een dame terug op hun kameel en liep de tweede dame naast haar kameel terug naar de beschaafde wereld (ik heb me voorgenomen nooit meer op zo’n dier te gaan zitten). Onderweg kwamen we een herder tegen met een heleboel schapen en het schattigste en zachtste lammetje van de wereld. Had ik even mazzel dat ik niet op mijn kameel zat, kon ik dat lieve beestje even vasthouden.
Na een wederom wilde jeeprit terug naar de stad gingen we op zoek naar een hotel: het was inmiddels zondagmorgen en we hadden allen sinds vrijdag geen douche meer gezien. Daarbij kwam nog het woestijnzand dat ik nu, twee weken later, nog steeds op de meest onverwachte plekken tegenkom. Samengevat: wij waren wanhopig op zoek naar een badkamer.
Het ons door vrienden aangeraden hotel had de meest prachtige kamers, maar ook de meest absurde prijzen. Totaal niet in het humeur om te onderhandelen zeiden we dan ook simpelweg dat de kamers te duur waren en maakten aanstalten verder te zoeken toen tot onze verbazing de kamers “ineens” de helft van de prijs waren. Nog nooit zo makkelijk afgepingeld.
Na een douche waren we allen herboren en klaar voor nieuw avontuur. We verkenden het fort van de stad dat, in tegenstelling tot het gemiddelde oude fort, een “levend” fort is. Binnen de muren wonen mensen, werken mensen en zijn alle toeristen gerelateerde zaakjes te vinden. Onze lunch nuttigden we dan ook in een van de bastions van het fort.
Een oud collega/medestudent van een van mijn reisgenoten woont in Jaisalmer en nam ons de rest van onze tijd daar onder zijn hoede. Als lid van een familie van generaties steenhouwers en houtsnijwerkers leidde hij ons langs de werkplaatsen van zijn familieleden en bood ons een kijkje achter de schermen bij deze artiesten. ’s Avonds waren we uitgenodigd om bij zijn familie thuis te komen eten en naar Indiase traditie was er gekookt alsof het ons laatste avondmaal betrof. Het diner vond plaats in de achtertuin op een groot kleed op de grond in het gezelschap van een kalfje (huisdier) dat stiekem probeerde van ons eten mee te snoepen en klaaglijk begon te loeien totdat ze een roti toegestopt kreeg. Tonnetjerond keerden we terug naar het hotel voor een nacht in een “echt bed” in onze luxe hotelkamers.

De volgende ochtend werden we gewekt door het gezang van schoolkinderen die Independence Day vierden. Mijn kamergenootje bood heel galant aan dat ik de badkamer vandaag wel eerst mocht gebruiken (waarna ze toegaf dat ze gewoon veel te lui was), welke kans ik aangreep om die ochtend, die we hadden bestempeld als “ieder voor zich”, tot het uiterste te benutten. Ik bleek toch wel de meest enthousiaste cultuursnuiver van het groepje en liet dan ook niet de kans voorbijgaan om het stadspaleis en een paar prachtige tempels te bezoeken. Bezoek aan laatste had nog een spannend moment toen er – net op het moment dat ik in het hart van de tempel was – een stroomstoring bleek te zijn en ik in het pikkedonker daar stond met het gevoel dat ieder moment één van de daar rondschuifelende priesters me zou bespringen (na 30 seconden was het licht weer terug, en ik was nog steeds alleen gelukkig, phew). Tegen het eind van de ochtend voegde ik me weer bij mijn reisgenoten die inmiddels bij het meer net buiten de stad waren beland. Me bij hen voegend in een paviljoentje aan het meer werd mij al grinnikend verteld dat “je moet die muzikant daar vragen of hij een liedje voor je zingt”. Nog voordat ik ook maar een stap dichterbij had gezet begon de besnorde en betulbande straatmuzikant “Vader Jacob” op zijn viool voor me te spelen, om de 10 seconden onderbroken door een klopje op het kussen naast hem dat ik daar moest komen zitten. Mijn Indiase tolk vertelde me dat hij ook nog om kusjes vroeg maar meer dan een paar roepies heeft ie toch niet van me gekregen.
Volgende bestemming waren een paar van de prachtige “Haveli’s” in de stad. Dit zijn oude villa’s/herenhuizen met enorm veel beeldhouwwerk in de gevels. Blijkbaar werden de beeldhouwers betaald aan de hand van het gewicht van het steengruis dat vrijkwam wanneer zij beeldhouwden, oftewel: een goede reden om zo mooi mogelijke kunstwerken te maken! Als een echte architecten-gang verkenden we twee enorme haveli’s en eindigden op het dak van laatste met een prachtig uitzicht over de stad. De hele stad is opgebouwd uit de zandsteen die uit de omgeving komt en – hoe kan het ook anders – net zo goudgeel is als de woestijn. Het uitzicht is dan ook één goudgelen canvas met daarop de kleuren van wasgoed, mensen en dieren die het geheel inkleuren. Een prachtig gezicht.

Helaas, dat was alweer het einde van onze ontsnapping uit het alledaagse leven. Na een maaltijd op het dakterras van het restaurant met uitzicht op het fort stapten we om 6 uur ’s avonds alweer in de bus naar huis. Ditmaal hadden we wel bedden, maar omdat we zo vroeg waren vertrokken kwamen we om half 4 ’s nachts al weer aan. Na een paar uurtjes slaap in mijn eigen bedje schoof ik dan ook behoorlijk dagdromend achter mijn laptop, maar wel met een heel voldaan gevoel.

Over de week die volgde heb ik weinig anders te melden dan “werk”, dus zal ook niet verder uitweiden. Het weekend bracht echter wel wat vermeldenswaardige evenementen, waaronder een “orange is the new black”-feestje waarvoor ik werd uitgenodigd onder het motto “het is oranje! Hoe kan je als Nederlander daar nou niet bijzijn?!”. Een erg gezellige avond met een live bandje dat alle hits uit de 80ies en 90ies voorbij liet komen op verzoek, maar aangezien alcohol nog altijd verboden is in Ahmedabad kwam het toch niet helemaal los. Ik ging vroeg naar huis, want de volgende ochtend wilde ik vroeg op. Ik had gehoord van een “ochtendconcert” op de rivieroevers met klassieke Indiase muziek. Het idee van zonsopkomt aan de rivier met muziek sprak me wel aan en samen met een vriend die net zo gek was als ik om om half 7 al present te zijn, genoten we van een prachtig concert. Ik moet zeggen, als je er vaker naar luistert, is klassieke Indiase muziek zo gek nog niet, en zeker niet in een setting als omschreven. De zachte tonen van de sitar, het razendsnelle getik van vingers op de tabla, het trieste maar prachtige geklaag van de viool en de dame in sari die met haar gezang de lente verwelkomt. Midden in de drukte van het Indiase leven is dit soms precies wat je nodig hebt.

  • 05 Februari 2015 - 19:14

    Paoteke:

    Hallo Susanne.
    Wat heb je weer een mooi verhaal. Chapeau dat je de woestijn ingetrokken bent. Ik doe het je niet na en zeker niet na het verhaal van de woestijn kat en een kamelenrit lijkt me ook niet geslaagd. Je schrijft dat je onrustig wordt als je een langere tijd op een plaats bent. Ahmedabad ga je binnen korte tijd verlaten en dan gaat het weer richting Nederland. Voor hoe lang is de planning in ons landje??? Hier heb je natuurlijk al over nagedacht en we zullen het wel horen als je weer in Buul bent. Ik zou zeggen werk ze nog maar het belangrijkste is GENIET ER NOG VAN. Lieve groetjes, dikke xxx en tot ziens. Houdoe!!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Susanne

Ik ga weer terug! Ditmaal niet als student, maar als "project manager", ahum. Voor (om te beginnen) verruil ik Delft weer 6 maanden voor Ahmedabad om daar te gaan werken in een architecten/databureau. Aangezien het me de vorige keer goed bevallen was mijn belevingen op deze manier met jullie te delen, ga ik in Part II een nieuwe poging wagen!

Actief sinds 30 Nov. 2011
Verslag gelezen: 224
Totaal aantal bezoekers 24209

Voorgaande reizen:

11 Oktober 2014 - 14 Maart 2015

Incredible India Part II

20 December 2011 - 20 Juni 2012

Incredible India

Landen bezocht: