Dining Diaries
Door: Susanne
Blijf op de hoogte en volg Susanne
18 November 2014 | India, Ahmedabad
O ja, en voordat ik weer de opmerking krijg “werk je ook nog wel?”, laat ik dat misverstand even uit de wereld helpen. Ja werken doe ik zeker, en nog best veel aangezien de Indiase werkweek 48 in plaats van 40 uur kent. (Als je overigens – in de woorden van mijn office manager – “ouder dan 6 maanden” bent (oftewel, langer dan 6 maanden bij het bedrijf werkt), hoef je trouwens “maar” 45 uur te werken. Mijn gevatte antwoord dat ik al 24 ben, ging er niet in helaas..). Maar ik moet zeggen dat ik het ondanks de vele uren naar mijn zin heb en het project me zeker aanspreekt.
Zo. Tot zover dan mijn werk. Want los van het feit dat ik een contract gerelateerde boete moet betalen als ik jullie te veel over de inhoud van mijn project vertel (en los van het feit dat het de meesten van jullie toch niet zo heel erg interesseert wat ik doe), is het enige noemenswaardige dat tijdens kantooruren is voorgekomen mijn kont die op de grond belandde nadat de bureaustoel besloot het te begeven. Er werd mij verteld dat het al de derde stoel was die brak, maar ik zie jullie denken “dat Indiase eten heeft er vast wat mee te maken…”. Of dit nu waar is of niet… hier is in ieder geval mijn bruggetje terug naar het hoofdonderwerp van vandaag.
Ik word meer dan ooit ondergedompeld in de Indiase keuken. At ik tijdens mijn eerdere periode in India vooral kantine- en restaurantvoedsel, tegenwoordig geniet ik vooral van de thuiskeuken. Het Indiase eten in de restaurants is namelijk heel anders dan wat men thuis serveert. Vergelijk het – zoals een Indiase dame die in Nederland is geweest mij onlangs vertelde – met die “overheerlijke andijviestamppot” die wij in Nederland hebben, maar die je ook nergens in een restaurant kan krijgen. Ik zal niet verder uitweiden over mijn mening over andijviestamppot, maar laat ik het zo zeggen: het Indiase home-made food is echt veeeel lekkerder dan wat er in de restaurants te krijgen is (en ook veel lekkerder dan die andijvie). Ik heb het privilege iedere dag mijn lunch geserveerd te krijgen in een tiffin (soort indiase broodtrommel), bereid door mijn achterbuurvrouw. Iedere dag is het weer een verrassing wat, en vooral, hoeveel er in de tiffin zit. Het kan namelijk op de ene dag chapati (brood) met groenten zijn, en de andere dag chapati met groenten met rijst met saus met toetje (lees: lunch en diner in één). Ik heb besloten dan ook maar niet te klagen over de “schandalige” 60 roepies (zo’n 80 eurocent) die ze per maaltijd vraagt (ter vergelijking, als je van een tiffin-service bestelt, kost het je 45 roepies, maar dan heb je eten dat voor 100 mensen tegelijk is klaargemaakt).
Een wat luxer diner had ik in het Mariott hotel. Het soort hotel waarvoor je denkt dat je minstens een bekend persoon moet zijn om er binnen te mogen, maar waar alle gasten toch gewoon op hun teenslippertjes rondwaggelen (tussen de in driedelig pak gestoken obers door). Maar al ben je niet bekend, dan geven ze je dat idee wel:
HELLO MADAM! WELCOME MADAM! PLEASE COME THIS WAY MADAM!
Ah! Over-enthousiaste bedienden invasie! Ik denk dat ik met mijn witte velletje helemaal de overdosis kreeg, maar je voelt je zeker een bekend persoon.
Nu vraag je je waarschijnlijk af wat ik in die luxe omgeving deed. En nee, ik ging niet even lekker de expat uithangen, ik had “connecties”, a.k.a. een Indiase vriend van me die daar werkt en ons een korting van meer dan 50% op het diner verzorgde. Ik zeg, moeten we vaker doen.
Een wat meer doorsnee diner had ik een week later, toen we met een groep bestaande uit een mix van Indiase en westerse architect(uurstudent)en samen Butter Chicken hebben gekookt. Nou ja, samen... Ik had medelijden met de kok dus heb ook de halve avond in de keuken gestaan, maar de rest heeft amper een vinger uitgestoken. Voordeel is dat ik nu wel weet hoe ik heel lekkere kip-uit-de-oven moet maken, maar vraag me niet naar het recept van de saus, want na 3 uur (!) ingrediënten mixen, bakken, roeren en toevoegen was ik het recept even kwijt (inclusief de ietwat vreemde dingen als meloenzaadjes (ja, záádjes) koken, pureren en door de saus doen). Ondanks de betreurenswaardig lage hygiënische toestand van de studentenkeuken waar dit alles plaatsvond, mocht het resultaat er zijn. BEST BUTTER CHICKEN EVER, durf ik gerust te zeggen. Je moet alleen niet over de calorieën nadenken als je zit te eten, want dan vergaat je eetlust. Kreeg ik vroeger al van mijn huisgenootjes op mijn kop dat ik het vet van het gehakt afschepte als ik pastasaus maakte, die avond leek het wel of ik daarvoor in rehab ging.
Het begon met een zwembad olie in de pan waarvan ik dacht dat het bedoeld was om te frituren, maar wat onderdeel van de saus bleek te zijn (*rilling over mn rug*). Een kilo ui en een kilo tomaat was de gezonde tegenhanger, maar de halve pak boter en 2 pakjes room die er nog bij gegooid werden (*rilling 2 t/m 4*) verdreven dat weer naar de achtergrond. Tijdens het bakken van het brood (gaat één voor één, zoals pannenkoeken zeg maar) vroeg ik of ik nog iets nuttigs kon doen. “Ja hoor”, zei de kok, “smeer maar wat boter op het brood als het uit de pan komt”. Juist… Ik heb een paar broden apart gehouden voor mij en de andere twee vrouwen in het gezelschap, die dit zeer waardeerden.
Maar het mooiste ingrediënt was toch wel de kip, ofja, het kopen daarvan. Dat moest in de “old city” gebeuren waar nog traditioneel iedere buurt en iedere straat zijn eigen specialiteit heeft. Zo gingen wij naar het “kippen-gebied” waar de straat vol staat met kooien vol met kippen. En mooie kippetjes hoor, niet van de plofkippen die wij hebben. Je kiest een mooie uit en hij wordt voor je neus van zn jasje en botjes ontdaan. Verser kan niet, toch?
Op de terugweg was het nog even spannend, want we werden op de motor aangehouden door de politie. Mijn bestuurder had een helm op, ik had op de hier veelgebruikte “terroristenmanier” mijn sjaal om mijn hoofd (tegen de zon, je mag als vrouw niet bruin worden hier, dat is lelijk), in de hoop ondanks mijn lengte iets minder op te vallen in de ietwat conservatieve oude stad. De eerste rekensom die door mijn hoofd ging bij het zien van het stopsein was: “ik heb geen helm op + ik ben buitenlands = hij wel smeergeld voor deze “overtreding”. Maar blijkbaar is het legaal gezien genoeg als alleen de bestuurder een helm opheeft en na het bekijken van het rijbewijs was deze standaardcontrole al weer over.
Ik heb overigens nog wat buitenlanders – Nederlanders – ontmoet. Hele oude wel te verstaan. Tot mijn grote schaamte heb ik in mijn 6 maanden als inwoner van Ahmedabad toentertijd nooit de “Dutch tombs” (Nederlandse begraafplaats) bezocht. Ja, een paar eeuwen geleden hebben wij hier ook onze sporen achtergelaten. Ik zal jullie verder de architectonische details besparen, maar ik was wel onder de indruk (ook op een negatieve manier, van de slechte staat van het alles. Blijkbaar is het “cool” om je naam in een monument te krassen, want er was geen plekje meer vrij, maar dat terzijde).
Direct naast de begraafplaats ligt een groot meer waar het op zaterdag enorm druk is en waar ook een dierentuin ligt. Aangezien ik toch een “Indiase bodyguard” bij me had, durfde ik het wel te wagen (verschil is dat mensen je in gezelschap van Indiërs niet lastigvallen met de vraag of ze een foto mogen maken: ze DOEN het gewoon) en we zijn voor 50 eurocent met zn tweeën de Zoo binnengelopen. Vanwege de prijs dacht ik dat het waarschijnlijk niet zo veel soeps was, maar het is groot! Het feit negerend dat ze wel 300 stekelvarkens hebben die verspreid over de hele dierentuin wonen (“wat zit er in deze kooi?” “o weer een stekelvarken…”) waren er heel veel verschillende dieren. Ook buiten de kooien. Want de pauwen, roofvogels en apen die in de stad wonen, wonen ook bovenop de kooien in de dierentuin natuurlijk. Grap is dat de “Hollandse eend” dan weer wel achter de tralies zit. En om toch nog even de link te leggen met het thema van vandaag: JE MAG DE DIEREN NIET VOEREN!. Zie foto. Je brengt het er niet levend vanaf!
Maargoed. Terug naar de keuken. Want daar heb ik me zelf ook nog in gewaagd. Aangezien mijn appartement van alle gemakken inclusief keukenattributen is voorzien dacht ik “laat ik wat gaan bakken”. De ingrediënten voor de appeltaart die ik in gedachten had waren iets lastiger te vinden dan ik had gehoopt (basterdsuiker, wat is dat?) en ze hadden niet eens Goudrennetten! (hè, verdorie).
Maar ik had evengoed wat waar te maken, want blijkbaar hebben wij Nederlanders een reputatie als het om appeltaarten gaat: ik vroeg mijn Nieuw-Zeelandse-Indiase-huisgenootje-van-toen of hij ook een stuk lustte, en kreeg als antwoord “Ohh, i am VERY interested when Dutch people start doing things with apples!!”. Maar het viel in de smaak. De halve taart die ik overhad na een paar stukken uitgedeeld te hebben, heb ik tijdens de koffiepauze in kantoor gezet met – op de Indiase manier – een stuk of 10 lepels ernaast. Samenvatting: iedereen pakt een lepel en valt aan, en je taart is weg.
Dan de laatste culinaire ervaring, waarvoor ik, met een beetje pech, nog wel eens in de gevangenis had kunnen belanden. Ik werd uitgenodigd voor Tibetaans eten. Mijn eerste gedachte was “toe maar, dat klinkt chique”, maar bij het zien van het groene zeil met daarachter een door een enkel peertje verlichtte garage met matten en lage tafels op de grond en drinken dat voor je neus ingeschonken wordt uit jerrycans kwam ik al snel op andere gedachten.
Deze “tent” (bijna letterlijk) wordt gerund door een van origine Tibetaan die de heerlijkste momo’s serveert. Ik heb ze al eens eerder genoemd denk ik, maar voor degenen die het even kwijt zijn: een soort van gestoomde loempia’s. Inhoud deze keer was rundvlees, wat op zich geen probleem is, maar wel als de stad recentelijk nieuwe wetten heeft ingevoerd die alles wat met koeienvlees van doen heeft als illegaal bestempelen. Gesprek tussen mij en de persoon die me uitgenodigd had:
Ik: “Dus je mag ook überhaupt geen koeienvlees in je bezit hebben?”
Hij: “Nee, als je meer dan 1 kilo hebt ga je 7 jaar de gevangenis in”
Ik: “En als je minder dan een kilo hebt?”
Hij: “Dan ga je evengoed de gevangenis in”
Ik: “En het eten van koe, wat wij nu doen, dat is ook illegaal…?”
Hij: “Ja natuurlijk”
Ik: *slik*.
Ineens voelde ik me best wel prettig achter dat groene doek in de garage in dat steegje…
En bovendien was het een ontzettend relaxte omgeving. Als je om de rekening vraagt komt de 10 jarige ober met een rekenmachine naar je toe en vraagt “wat heb je op?”.
Toetje van die avond was ook goddelijk. Gaat niks boven een lekker schepijsje als het om half 11 ’s avonds nog steeds 30+ graden is, maar de locatie was voor mij een grote Dejà Vu. Mijn allereerste blog in India heb ik ooit geschreven in een internetcafeetje in een half vervallen winkelcentrum. Omdat ik toen nieuw was in de stad en nog op iedere hoek verdwaalde, heb ik eigenlijk nooit geweten waar dat precies was. En nu, bijna drie jaar later, zat ik een ijsje te eten naast dat internetcafeetje!
Mooi einde van dit verhaal denk ik zo.
Tot de volgende.
-
18 November 2014 - 19:05
Lavita:
Wat een heerlijk verhaal weer! Ons mam zal jaloers op je zijn, want zij heeft toen we in India waren een soort Butter chicken diet gevolgd, maar in Nederland nooit een goed recept kunnen vinden. Jammer dat ik al dat lekkers moet missen, maar gelukkig kan ik mij de komende tijd vol stoppen met chocolade en speculaas. Spreek je snel weer! Oja, en als we voor die tijd je borgsom moeten betalen, omdat je de koeienwet overtreden hebt, dan horen we het wel ;)
X -
19 November 2014 - 07:39
Loes:
Hoi Susanne,
Wat een verhalen weer! Ik krijg er trek van...
Je maakt het goed, dat lees ik wel tussen de regels door.
Wij zijn met het koortje natuurlijk druk in de voorbereidingen voor Kerst, dus dat betekent dat onze 'eet'-dagen er ook aan komen :)! We missen je wel hoor!
Groetjes Loes
-
20 November 2014 - 16:33
Paoteke:
Hoi hoi Susanne,
Uit dit verhaal blijkt wel dat je het reuze naar je zin hebt. Geweldig van je achterbuurvrouw om je lunchpakketje iedere dag te maken. (beter een goeie (achter)buur dan een verre vriend haha!!)
Je bent ook goed bezig in de Indiase keuken, zullen we afspreken dat wij onze keuken ter beschikking stellen als je weer thuis bent? Dan ben jij de keukenprinces die een lekker indiaas maaltijdje voor ons bereidt.
Op dit moment zitten wij in de gevulde speculaas, banketletters en chocolade periode, dus ook wij moeten op de kalorieen letten. Maar we hebben geluk want onze meubeltjes zijn van betere kwaliteit dan jouw bureaustoel, verwachten we toch!!!
Susanne blijf genieten van je periode in India. We kijken weer uit naar je volgende verslag. Dikke xx en houdoe. -
23 November 2014 - 10:36
Monique :
Ha lief nichtje,
Wederom een pareltje dat je me daar geschreven hebt! Ik ruik de kip bijna
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley